PDF Tekstversie
Deze versie kan je ook als PDF downloaden en opslaan op je computer en natuurlijk kan je hem dan ook afdrukken.
Woord van leven
November 2024
“Zij heeft van haar armoede alles gegeven wat zij had, haar hele levensonderhoud” (Mc 12,44)
We zijn aan het einde van hoofdstuk 12 van het evangelie van Marcus. Jezus is in de tempel van Jeruzalem. Hij observeert en onderwijst. Door zijn ogen zien we een reeks personages die de revue passeren: mensen die komen en gaan, personeel belast met de eredienst, vooraanstaanden in lange gewaden, rijke mensen die hun overvloedige offers in de offerkist van de tempel gooien.
Plots komt er een weduwe aan. Ze behoort tot een categorie van mensen die sociaal en economisch achtergesteld zijn. Heel onbaatzuchtig gooit ze twee centjes in de offerkist. Maar Jezus merkt haar op, roept zijn leerlingen bij zich en onderwijst hen.
“Zij heeft van haar armoede alles gegeven wat zij had, haar hele levensonderhoud”
“Ik verzeker jullie…” Het zijn woorden die aangeven dat er een belangrijke lering volgt. De blik van Jezus, gericht op de arme weduwe, nodigt ons uit om in dezelfde richting te kijken: zij is het model van de leerling.
Haar geloof in Gods liefde is onvoorwaardelijk. Haar rijkdom is God zelf. En terwijl zij zich volledig aan God geeft, verlangt ze ook om alles wat ze kan te geven voor degenen die armer zijn dan zij. Deze vertrouwensvolle overgave aan de Vader is in zekere zin een voorafbeelding van dezelfde gave die Jezus weldra zal volbrengen met zijn lijden en dood. Het is de “armoede van geest” en “zuiverheid van hart” die Jezus verkondigde en leefde.
Dit komt er voor ons op neer dat “we ons vertrouwen niet stellen in rijkdom, maar in de liefde van God en in zijn voorzienigheid. We zijn ‘arm van geest’ als we ons laten leiden door liefde voor anderen. Laten we dus delen en aan mensen in nood geven wat we hebben: een glimlach, onze tijd, onze goederen, de dingen die we goed kunnen. Als je alles uit liefde hebt gegeven, ben je arm, dat wil zeggen dat je je hebt leeggemaakt van jezelf, dat je niets bent, vrij, met een zuiver hart.”[1]
Het voorstel van Jezus zet onze mentaliteit op zijn kop. Centraal in zijn denken staat de kleine, de arme, de minst getelde.
“Zij heeft van haar armoede alles gegeven wat zij had, haar hele levensonderhoud”
Dit Woord van leven nodigt ons in de eerste plaats uit om ons volle vertrouwen in Gods liefde te hernieuwen en onszelf te confronteren met zijn manier van kijken. Dan kijken we verder dan de schijn, dan oordelen we niet en laten ons niet beïnvloeden door het oordeel van anderen. Dan waarderen we het positieve in elke persoon.
Dit woord suggereert ons dat de totale gave de logica van het Evangelie is die een gemeenschap van vrede opbouwt, omdat het ons aanspoort om voor elkaar te zorgen. We worden aangemoedigd om het Evangelie in ons dagelijks leven waar te maken, zonder op te vallen. We zijn uitgenodigd om gul en vol vertrouwen te geven, om sober te leven en te delen. Het roept ons op om aandacht te schenken aan de minsten, om van hen te leren.
Venant is geboren en getogen in Burundi. Hij vertelt: “In het dorp kon mijn familie bogen op een goede boerderij en goede oogsten. Mijn moeder, die zich ervan bewust was dat alles de voorzienigheid was van de hemel, oogstte de eerste vruchten van het veld en verdeelde die telkens weer in de buurt, te beginnen bij de meest behoeftige gezinnen. Ons gaf ze alleen een klein deel van wat er nog over was. Door haar voorbeeld heb ik de waarde leren kennen van onbaatzuchtig geven. Op die manier heb ik begrepen dat God me vroeg om Hem het beste deel te geven, sterker nog, om Hem mijn hele leven te geven.”
Door Letizia Magri en het Woord van leven-team
[1] Vgl. Chiara Lubich, Woord van leven van november 2003.